Van A naar B anno 2020
Maandagochtend. De wekker gaat. Een half uur eerder dan normaal, omdat je je hebt voorgenomen met de fiets naar je werk te gaan. Je opent de gordijnen. Regen. Laat maar, denk je. Je kruipt bijna weer in bed, tot je bedenkt dat je wederhelft vandaag de auto heeft. Jíj zou immers fietsen. Gelukkig zijn er nog talloze andere manieren om van A naar B te komen in Nederland. Maar waar baseer je die keuze eigenlijk op, voorafgaand aan elk vertrekmoment?
Als schrijver van dit stuk moet ik toegeven: een auto heb en mis ik niet. In de hoofdstad is die verre van praktisch. Fietsen is vaak sneller (denk: verkeersopstoppingen), maar ook gezonder en beter voor het milieu. En áls het dan stormt sta ik met tram, bus of metro in elk geval niet in de file. Wanneer vrienden over de vloer komen die buiten de stad wonen, is een Uber net zo makkelijk – en soms, met de ritprijs gedeeld, niet eens zoveel duurder dan openbaar vervoer.
Amsterdam is natuurlijk een fietsstad bij uitstek en dat zou misschien anders zijn als het niet zo dichtgeslibd was qua verkeer. Toch raad ik iedereen fietsen aan die binnen een straal van tien kilometer van zijn werk woont: je wordt er ’s ochtends lekker wakker van en het is goed voor lijf, leden en omgeving. Ook in andere drukke steden kan het heel wat tijd, ongeduld en ergernis schelen.
Iedere Brabantse stad kent zijn eigen beruchte spitsplekken. Breda heeft de singels en de Noordelijke en Zuidelijke Rondweg. Eindhoven zijn binnenring en de snelwegen rondom de stad, Tilburg de wegen rond het station, Helmond de weg dwars door de binnenstad en in ’s-Hertogenbosch zijn het de snelwegen om de stad. Als je dan beseft dat 50% van de ritjes met de auto korter is dan 7,5 kilometer, dan valt hier anno 2020 nog steeds een wereld te winnen!
Misschien denk je dat ik me als hoofdstedeling niet in kan leven in mensen voor wie de auto de enige logische keuze is, maar dat klopt niet. Oorspronkelijk kom ik uit een klein dorp in Zuid-Limburg, waar je zonder auto niet ver komt. Tenzij je twee bovengemiddeld goed werkende trapbenen hebt - of veel geduld, want menig bus rijdt er eenmaal per uur. Als ik vanuit ‘mijn’ dorp naar het dichtstbijzijnde treinstation wil met OV, moet ik ’s avonds en in het weekend gebruikmaken van een belbus, die ik een uur van tevoren moet hebben gereserveerd. De Google Maps-, NS- en 9292-apps op mijn telefoon assisteren me daarbij. Drie verschillende applicaties, en toch slechts een kleine greep uit het huidige aanbod.
Veel nieuwe bedrijven richten zich met bewonderenswaardige precisie op dit vraagstuk: hóé verplaats ik me vandaag? Neem bijvoorbeeld de app van de Nederlandse start-up Tranzer. De makers focussen zich op de groep mensen die af en toe gebruik maakt van het openbaar vervoer (bijvoorbeeld op een regenachtige maandagochtend…). Daarom tonen ze álle mogelijke reisopties tussen A en B, inclusief tijd en prijs - ook die van benzine en bezit van een auto. Kosten waar je trouwens behoorlijk van schrikt; het hebben van een auto is echt kostbaar. Maar Tranzer doet nog meer. Het toont je ook de CO2-uitstoot die gepaard gaat met je keuze. Daarmee spelen de makers in op twee belangrijke pijlers anno 2020: snelle besluitvorming en verantwoorde beslissingen.
Dit soort concepten, waarin álle potentiële vormen van vervoer samenvallen, heeft een naam: Mobility as a Service, kortweg MaaS. En, zo kopte OV Magazine eerder dit jaar, MaaS zou reisgedrag kunnen veranderen. Des te meer omdat het concept wordt ingezet bij interessante experimenten die moeten helpen bij verkeersspreiding. Zoals in ’s-Hertogenbosch met het Innovatieprogramma Mobiele Stad, dat zich richt op het Paleiskwartier. Daar vestigen talloze organisaties zich, maar worden ook woningen en hotels gebouwd. In de woorden van de onderzoekers: ‘Het Paleiskwartier is zo succesvol dat de bereikbaarheid eronder lijdt.’ Het doel: de doorstroom soepeler laten verlopen en de druk op wegen en parkeergarages verminderen.
We kunnen het niet beter verwoorden dan de Rijksoverheid (oké, wel pre-Corona…): ‘Nederland heeft – volgens sommigen – de beste infrastructuur van Europa. Toch staat er de laatste tijd een recordaantal files in en rond de steden en zit in diezelfde gebieden het OV in de spits ook vaak vol. Terwijl het buiten de Randstad steeds moeilijker wordt om betaalbaar en voor iedereen toegankelijk vervoer te bieden. Standaardoplossingen zoals meer geld voor nieuwe infrastructuur of extra subsidies voor openbaar vervoer werken niet meer. Dat kan anders. Dat moet ook anders.
Mogelijk biedt MaaS, Mobility as a Service, waarbij data en multi modaliteit centraal staan, een uitkomst om Nederland duurzamer in beweging te krijgen.’ MaaS gaat om het plannen, boeken en betalen van al het mogelijke vervoer via apps door het bundelen van alle mogelijke data die een reis aangaan. Kies en/of combineer de deelfiets, -auto, -scooter, trein, tram, of (water)taxi en later misschien zelfs de eigen auto of fiets. Voordeel voor jou? Reizen verloopt precies volgens jouw wens. Bijkomend voordeel voor ons allemaal: het mobiliteitssysteem als geheel loopt gesmeerder.
Om dat te bewerkstelligen, zijn er meer alternatieven nodig dan fiets, taxi en OV. De gemiddelde MaaS-aanbieder implementeert daarom ook shared rides. Denk ruimer dan auto’s: je kunt ook achterop iemands scooter springen. Klinkt misschien onwennig, maar in veel landen is dat de normaalste zaak van de wereld. Zo heb je in Vietnam Grab, dat jou koppelt aan een scooterrijder die je op de plek van bestemming afzet én een helm voor je heeft.
In Nederland bieden bedrijven als BlaBlaCar de mogelijkheid om tegen betaling met een autobestuurder mee te liften, maar met MaaS zou het gebruik van Grab en BlaBlaCar feitelijk overbodig moeten worden. De verwachtingen rond MaaS zijn dus hooggespannen. Dat blijkt wel uit de doelstellingen van de app Whim, die sinds 2016 in Helsinki gebruikt wordt. Een van de gehoopte resultaten van die invoering is dat een eigen auto in 2025 voor niemand meer noodzakelijk is.
De vervoerskeuze is reuze, maar wordt het aanbod daarmee niet juist onoverzichtelijker? Vernieuwing is altijd even schakelen, maar een goed functionerende MaaS-app heeft de potentie om meerdere andere apps te vervangen. Dat werkt alleen als het aanbod dat van de competitie overstijgt: MaaS moet niet alleen alle reisopties voorkauwen inclusief beschikbare informatie – tijd, geld, CO2 – maar ook gemakkelijk in gebruik zijn. Een app die niet handig is of op technische problemen stuit, delft snel het onderspit. Daarnaast speelt geld mee.
MaaS is een dienst die zelf ook geld kost (de app, onderliggende transacties). MaaS werkt alleen als ze én gebruiksvriendelijker is dan losstaande apps én niet significant duurder is dan de losstaande diensten: OV, taxi's en deelmobiliteitsdiensten. Met een collectieve inkoop van mobiliteitsbundels zou een schaalvoordeel behaald kunnen worden voor zowel de MaaS-aanbieder als mobiliteitsaanbieders zoals NS of taxi's. Dit is te vergelijken met belbundels: telecomaanbieders kunnen zelf bundels verkopen met bellen, internet en sms.
Uiteindelijk hangt de keuze onder meer af van wat jij belangrijk vindt. Gezondheid speelt daar vaak een rol in: kiezen voor de fiets omdat je aan je eigen gezondheid werkt, of voor OV of een deelauto, omdat je denkt aan de gezondheid van de planeet. Reisduur, kosten en gemak zijn doorslaggevend voor vervoerskeuze. In een MaaS-app kun je je eigen voorkeuren instellen. Bijvoorbeeld: je fiets als eerste voorkeur tenzij de reistijd langer is dan een half uur. In Eindhoven gaat de MaaS-pilot uit van werkgevers (voor woon-werk en/of zakelijk reizen). De kosten zijn dan geen afweging om de app te gebruiken. Voordeel is zelfs dat declareren via de app geregeld kan worden en je dus geen gedoe meer hebt met bonnetjes.
Tot slot zal, zeker in Nederland, het weer een rol spelen. Want je kunt nog zo fanatiek besluiten elke dag de fiets te nemen, als je ’s ochtends de gordijnen opent en ziet dat het pijpenstelen regent, zul je net zo fanatiek van gedachten veranderen. En dat is prima. Als je een of twee dagen per week wel de fiets pakt in plaats van de auto, zetten we namelijk al grote stappen vooruit.